NIEUWSBRIEF

Actuele informatie over onze cursussen in je mailbox. Aanmelden

Nieuws

“De volgende keer mag jij het doen”

“De volgende keer mag jij het doen”

Job GroenewegDit jaar lichten we een aantal mensen uit waarbij je over hun ervaringen leest en hun liefde voor het vakgebied ziet. Hierbij een terugblik van docent Jop Groeneweg.

“De volgende keer mag jij het doen” zei professor Wagenaar nadat hij een bijdrage had geleverd aan de eerste PHOV opleiding. Vanaf PHOV 2 tot nu toe heb ik het voorrecht gehad om in diverse modules een bijdrage te leveren. Voor mij waren de PHOV bijeenkomsten met ‘echte mensen’ uit de praktijk een lakmoestest om te kijken of de ideeën die we als wetenschappers hadden verzonnen ook aansloegen bij de mensen om wie het werkelijk gaat.

De organisatie van PHOV was toen ook al heel tolerant naar ons: aan het begin van het jaar kreeg je een brief met het verzoek om een bijdrage te leveren aan een module en werd aangegeven waar je moest zijn en hoe laat. Dat kon destijds in heel Nederland zijn, de opleiding was een soort rondreizend circus. Wat die inhoud was mocht je in hoge mate zelf verzinnen, je moest alleen wel binnen het thema van de module blijven. Ik heb altijd geprobeerd om de deelnemers een kijkje te geven in wat op dat moment de meest recente inzichten waren.

In begin jaren 90 lag de nadruk in mijn bijdrage op ontwikkelingen in het denken over ‘menselijk falen’ en het benadrukken van de rol die met name management had in het voorkomen van veiligheidsproblemen. Dat was in die tijd zeker niet vanzelfsprekend: veel bedrijven hadden op dat moment spiegels aan de muur hangen met de tekst erboven: ‘wie is er verantwoordelijk voor veiligheid?’. De boodschap was duidelijk, dat was je zelf.
In die tijd was de herinnering nog vers aan allerlei rampen: Piper Alpha, de Herald of Free Enterprise, Exxon Valdez, de lijst van voorbeelden was destijds nog erg lang en de analyses lieten telkens zien dat het vooral falen op managementniveau was waar je je op moest richten bij ongevalsanalyse. In mijn eerste lessen moesten de cursisten dan ook in groepjes een ongeval analyseren en deze systeemfactoren boven water halen.
De rest van de modules had nogal wat last van mijn bijdrage, want die gingen meer in op de technische en formele aspecten van veiligheid en ik vond juist dat we dieper moesten zoeken in de analyses. Besloten werd dan ook om mij te verhuizen naar een andere module en werd het onderwerp van mijn bijdrage ‘adviseren op niveau’. Hierin werden de cursisten meegenomen in het meest recente denken over veiligheidscultuur. We hadden in Leiden samen met andere universiteiten een cultuurladder ontwikkeld en die konden we mooi testen op de cursisten. Het idee was, dat je alleen goede adviezen kon geven als je inzicht had in het cultuurniveau van een organisatie. Schatte je die te hoog in dan begreep de leiding niet waar je het over had en omgekeerd kon een te lage inschatting als beledigend worden ervaren. Ook toen waren er nog voldoende rampen zoals met de Colombia space shuttle en Chernobyl om het belang van cultuur te illustreren. Ruim 20 jaar later is die ladder voor veiligheidskundigen gesneden koek, maar destijds was er een hele avond voor nodig met diverse oefeningen om het concept uit te leggen.

Na nog wat modulewisselingen werd me gevraagd wat ik nu echt leuk zou vinden om te doen. Voor mij was dat een dialoog aangaan met de bijna afstuderende HVK’ers en later Arbeidshygiënisten over wat nu eigenlijk hun missie is. Natuurlijk was dat ‘de wereld redden’, maar hoe kan je dat zo effectief mogelijk doen? Wat zijn nu de trends in de veiligheidswereld die je kunnen helpen om als veiligheidskundige zo effectief mogelijk aan de slag te kunnen gaan? Het voelt voor mij als een enorme eer dat ik de laatste les mag verzorgen voordat men nog een keer met elkaar gaat eten en dan uiteengaat om de scriptie te schrijven.

Er is veel veranderd in de loop der jaren, maar een aantal dingen zijn gelijk gebleven. Met name het vertrouwen dat PHOV heeft in de expertise van docenten en dat die hun uiterste best doen om een goede invulling te geven aan hun lessen is in een tijd waarin steeds meer moet worden geformaliseerd, vastgelegd en transparant moet worden gemaakt bewonderenswaardig.
De interactie met de studenten was voor mij als docent zeer belangrijk en heeft meegeholpen aan het vormgeven van nieuwe manieren om de veiligheid verder te verbeteren. Want de veiligheid in de wereld is onnavolgbaar verbeterd sinds de jaren ’90: niet meer alleen de ‘rampen’ vormen de kern van mijn verhaal maar ook de succesverhalen en hoe we daarvan kunnen leren.

Was de status van de veiligheidskundige 30 jaar geleden soms nog wat ‘bedenkelijk’ en zaten er cursisten in de klas ‘omdat het moest’, tegenwoordig is het een veelal gewaardeerde kracht die gehoord wordt door het management en die adviezen geeft die daadwerkelijk effect hebben. In die ontwikkeling heeft PHOV een belangrijke bijdrage geleverd met het aanbieden van een mix van theoretische en praktische kennis.

Waar gaat het naar toe? De rol van de veiligheidskundige en arbeidshygiënist zal veranderen en de nadruk zal volgens mij steeds meer komen te liggen op het effectiever en efficiënter inrichten van ook niet-veiligheidsgerelateerde processen. De kennis die men opdoet in de opleiding kan namelijk in veel andere terreinen worden toegepast dan alleen veiligheid: er zijn heel veel risico’s die moeten worden beheerst en de PHOV’er heeft alle instrumenten in de gereedschapskist om daarbij te helpen. De PHOV’er van de toekomst kan organisaties dan ook vast nog beter ondersteunen in het vinden van nieuwe wegen om veiligheid, gezondheid en welzijn van iedereen te verbeteren. Op naar PHOV 200!

Jop Groeneweg, Universiteit Leiden

Deze site kan gebruik maken van cookies. Klik hier voor meer informatie en onze privacyrichtlijnen.
[X - sluiten]