Hoe zit het nu precies met de certificering van de arbodeskundigen? Is er iemand die het nog begrijpt?
Om de certificering van arbodeskundigen goed te regelen, is in 2008 de Stichting Beheer Certificatie van Deskundigen (BCD) opgericht. Die heeft belangrijk bijgedragen aan de huidige certificatieregeling zoals gepubliceerd in de Staatscourant (februari 2012) en de Arbeidsomstandighedenregeling. De regeling heeft dus wettelijke status. Direct na publicatie gaven leden van de BCD al aan dat dit geen goede regeling was en dat zij die op korte termijn zouden vervangen door een betere. Waarom dan toch die snelle wettelijke publicatie? En wat is de invloed vanuit de vertegenwoordiging als die bij publicatie al aangeeft dat de regeling niet deugt?
De regeling rammelt op veel plaatsen. Zo moet conform artikel 2.17 de A&O’er voldoen aan de eisen zoals vastgelegd in het werkveld specifiek Certificatieschema voor het persoonscertificaat Hogere Veiligheidskundige. De A&O’er die aan de eisen van het veiligheidskundigensysteem moet voldoen? Vast een slordigheidje.
Verschillende van de vijf genoemde kerntaken zijn niet goed van elkaar te onderscheiden; dit geldt zowel voor de veiligheidskundigen als voor de arbeidshygiënisten. Het verschil tussen de ontwikkelmatrix en de initiële matrix met taken en competenties blijkt in de praktijk niet te begrijpen. Zelfs niet door de examinatoren en certificerende instellingen. Hoe invulling te geven aan de intercollegiale toetsing ICT is voor velen ook volstrekt onduidelijk. Kortom: er is meer verwarring ontstaan dan duidelijkheid.
De ‘korte termijn’ van deze herziening duurt nu al bijna vier jaar! Diverse keren heeft de BCD series voorlichtingsbijeenkomsten gehouden voor de (aanstaand) gecertificeerden, met uitleg over de regeling en de aankondiging van de ingangsdatum. Die hebben niet de gewenste duidelijkheid gebracht. De ingangsdatum ligt nog steeds ergens in de toekomst en wordt keer op keer uitgesteld.
Een enkele opleidingsinstelling heeft zelf workshops gehouden. Omdat zij de certificering van deskundigen belangrijk vinden en om licht in de duisternis te brengen voor de mensen in het werkveld die gecertificeerd willen worden of die gehercertificeerd moeten worden.
Inmiddels is een van de grotere deelnemers aan de BCD (de NVVK) maar met een eigen systeem voor registratie gekomen dat kwaliteitseisen stelt. Waarom dat doen als er al een kwalitatief certificeringssysteem op komst is? Gelooft de NVVK daar zelf niet meer in?
Helaas is bij de aankondiging van dit nieuwe NVVK-registratiesysteem niet verteld hoe dat systeem zich gaat verhouden tot het wettelijke certificeringssysteem. Inmiddels vraagt menige veiligheidskundige zich af of dit niet een geval-letje ‘dubbelop’ is.
Verschillende veiligheidskundige opleidingen zijn in september 2013 begonnen met een kwaliteitsregistratiesysteem voor middelbaar veiligheidskundigen. Zij hebben bij herhaling geprobeerd dit bij de NVVK in te bedden om uiteindelijk tot één systeem te komen, maar krijgen daarin niet veel acceptatie bij de NVVK.
Nu zijn er voor veiligheidskundigen dus drie verschillende systemen naast elkaar. Ook arbeidshygiënisten en A&O’ers weten niet goed waar zij aan toe zijn.
Wildgroei, kortom. Het lijkt wel een soap.
Laten we maar positief blijven. Gelukkig laten de verschillende opleidingen zich niet al te veel gelegen liggen aan de certificatieperikelen en blijven zij investeren in goede kwaliteit.