Grenswaardes zijn er om duidelijk te hebben aan welke concentratie gevaarlijke stoffen iemand kan worden blootgesteld zonder negatieve gezondheidseffecten. Helaas zijn ze vaak verwarrend en dus allesbehalve duidelijk.
Grenswaardes suggereren een veilige grens aan te geven. Op basis daarvan zouden bedrijven moeten kunnen zien of de blootstelling van medewerkers aan stoffen veilig is, of juist niet, om vervolgens te beslissen of zij wel of geen investeringen moeten doen om blootstelling aan gevaarlijke stoffen terug te dringen.
Bekend is dat met de vaststelling van grenswaarde van een gevaarlijke stof met veel factoren geen rekening is gehouden. Denk aan synergisme, wat betekent dat een aantal stoffen elkaar in hun negatieve werking op de gezondheid versterken. En ook niet aan dat je tijdens je werkzame leven (en privéleven) aan veel meer stoffen wordt blootgesteld dan aan die ene stof; dat bij sommige stoffen blootstelling aan één molecuul van die stof al fataal kan zijn; dat grenswaarden alleen gelden voor de ‘gezonde’ populatie.
Om hier toch een mouw aan te passen, wordt vaak gesteld dat het niet genoeg is om de blootstellingsconcentratie tot onder de grenswaarde terug te dringen, maar dat deze veel verder moeten worden verlaagd. Tegenwoordig wordt vaak aangegeven, met de NEN 689 in de hand, dat gestreefd moet worden naar het terugdringen van de blootstellingsconcentratie tot beneden de 10 procent van de grenswaarde (dus een veiligheidsfactor 10). Dit ook vanwege onnauwkeurigheid van metingen en schattingsmodellen; de grote dag-tot-dagvariatie in blootstellingen; en het feit dat er bijna nergens continue gemonitord wordt.
Maar waarom dan niet direct de grenswaarde standaard terugbrengen tot 10 procent van de huidige grenswaarde? Alleen wanneer een bedrijf aantoont de blootstellingsconcentratie continu te monitoren kan deze naar boven worden bijgesteld. Dat zou veel duidelijker zijn.
In het verkeer gaan we toch ook niet zo met grenswaarden om? Het zou een rare vertoning zijn dat je formeel binnen de bebouwde kom 50 km per uur mag, maar als je je daaraan houdt, toch wordt aangehouden met het verzoek om je snelheid terug te brengen tot onder de 10 procent van die waarde – langzamer dan 5 km per uur. Je zou raar staan te kijken.
Bij de meeste grenswaardes is rekening gehouden met de economische haalbaarheid. De meeste grenswaardes zijn waarschijnlijk te hoog voor de gezondheidsbescherming. Het resultaat hiervan is dat elk land (ook binnen Europa) zijn eigen grenswaardes heeft en dat deze per land voor dezelfde stof sterk kunnen verschillen.
Ook dat is niet goed uit te leggen, anders dan door te stellen dat grenswaarden waarden zijn die gelden tot de grens van het volgende land.
De betekenis van het woord ‘grens’ moet dan niet als concentratielimiet worden gezien maar als landsgrens. Maar zo’n uitleg komt het vertrouwen in het gezondheidsbewakende doel van grenswaardes bepaald niet ten goede.
Hoog tijd voor meer duidelijkheid.