Veel bedrijven en ook arbokerndeskundigen zijn van mening dat als we maar netjes voldoen aan de wetten en normen het wel goed zit met de veilige en gezonde arbeidsomstandigheden. Maar klopt dat eigenlijk wel?
In het verkeer gaan we daar (hopelijk) toch ook anders mee om? In menig woonwijk is het wettelijk weliswaar toegestaan 50 kilometer per uur te rijden, maar langzamer is in veel situaties en op veel momenten verstandiger. Die 50 moet dus gezien worden als een bovengrens. Sommige automobilisten zullen zal daar ongetwijfeld anders over denken en vinden dat zij per se op maximale snelheid door die woonwijk moet jakkeren, met alle gevolgen van dien.
Dat geldt ook voor veel normen in de Arbowet, het Bouwbesluit en andere regelgeving. Daarin staan uiterste bovengrenzen, maximale waardes (ofwel verbodswaardes) die zeker niet overschreden mogen worden. De bedoeling is dat bedrijven daar zo ver mogelijk onder blijven. Dit om invulling te geven aan de brede zorgplicht van werkgevers voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden waar verschillende wetsartikelen in de Arbowet (3 lid1) en het Burgerlijk wetboek (7:611 en 7:568) over gaan.
Aan deze brede verplichting wordt meestal voorbijgegaan. Te vaak worden de maximaal gestelde normen ingevuld.
Enkele voorbeelden:
De arbowetgeving beoogt een optimalisering van veilige en gezonde werkomstandigheden. Goed werkgeverschap gaat daarom verder dan het voldoen aan de wettelijke bovenwaardes rondom specifieke arbeidsbelastende factoren zoals geluid, trillingen, gevaarlijke stoffen, biologische agentia, EM-straling en binnenklimaat.
Blijkbaar willen we vaak zo minimaal mogelijk die algemene zorgplicht invullen en zo maximaal mogelijk de normen invullen. Moeten we deze ‘mini en maxi-mentaliteit’ niet eens omdraaien: maximaal invulling geven aan optimalisatie en minimaal invullen van normen? De wereld op zijn kop, kan het alleen maar beter van worden.
juli 2021