Door als veiligheidskundige / arbeidshygiënist kriskras door verschillende branches te werken, kunnen goed werkende oplossingen vanuit de ene branche geïntroduceerd worden in andere branches, maar soms kan dat averechts werken.
In bepaalde voedselbedrijven en bakkerijen vindt verspreiding van stoffen plaats zoals bloem en suiker. Daar lopen in de productiehallen vaak geultjes in de vloer. Bijna continu wordt daar met ‘trekkers’ de vloer gereinigd en het vuil, naar de geultjes geveegd en met water via de geultjes frequent weggespoeld naar een opvangbak. Dit lijkt op systemen zoals in het verbouwde centrum van Zaandam waar op regelmatige afstanden geultjes in de trottoirs lopen om overtollig regenwater met vuil snel af te voeren. Of Amsterdam waar de grachten worden door gespoeld om het vuil en het vieze water te verwijderen. Of een echte klassieker, de geultjes in koeienstallen waarmee de ontlasting regelmatig wordt weggespoeld.
Niettemin is deze wijze van werken niet overal doorgedrongen.
In een bewerkingsfabriek met stenen materialen, zoals aanrechten, wordt veel met machines gewerkt, waaronder zaag- en boormachines. Omdat bij deze bewerkingen veel stof, waaronder kwartsstof vrij komt, zijn de machines voorzien van spoelvoorzieningen en plaatselijke afzuiging. Toch worden nog veel vloeistofdruppels weggeslingerd door de centrifugaal krachten bij het zagen die bij de bewerkingen optreden en raakt de directe werkomgeving sterk verontreinigd. Vervolgens droogt het water op en ligt het kwartsstof op de grond van waaruit het gemakkelijk opdwarrelt en door de medewerkers alsnog wordt ingeademd.
Waarom niet ook hier met geultjes werken, alle materialen op verhogingen plaatsen en frequent een waterfilm over de vloer laten stromen om het kwartsstof weg te spoelen en af te voeren? De oplossing is immers al elders bedacht.
Bij een overslagbedrijf van gevaarlijke stoffen waar op het buitenterrein ook daadwerkelijk overslag van chemische vloeibare producten plaatsvindt, lag over het terrein ook een afvoergeul. De gedachte daarachter was dat bij lekkage de gevaarlijke vloeistoffen niet als plassen over het terrein lopen, maar letterlijk gekanaliseerd via de geul naar een grote verzamelbak stromen. De praktijk was echter dat langs de hele geul vaatjes, jerrycans en drums gevaarlijke stoffen stonden opgesteld. Allemaal vanuit die filosofie om weglekkende vloeistoffen (spills) direct af te voeren. Deze vaatjes stonden echter zeer dicht naast de geul.
Maar wat als bij het overtappen op het terrein een lekkende vloeistof (bijvoorbeeld door statische elektriciteit) in de brand raakt. Vervolgens stroomt de brandende lekkende vloeistof in de geul en steekt van daaruit de grotere hoeveelheden drums e.d. vlak naast de geul in de brand! Binnen de kortst mogelijke tijd hebben we een inferno. De geul is daarmee juist een (voor de veiligheid) risicoverhogende voorziening geworden. Dus het klakkeloos overnemen van oplossingen uit andere branches kan verkeerd uitpakken.
Conclusie: veel best practices zijn niet over alle branches goed bekend. Men kijkt wel naar de eigen branche, maar heeft vaak geen weet van oplossingen van soortgelijke problemen in andere branches. Vervolgens blijft het wel maatwerk om deze wel of niet of juist toch iets anders toe te passen, anders kan het middel erger zijn dan de kwaal.