Op een dag komt Joep, mijn zoon, van school thuis en meldt dat hij hoofdpijn heeft. Hij zit met ca. 25 leerlingen in een relatief klein en laag leslokaal. Het is een oud schoolgebouw, geen mechanische ventilatie, wel enkele ramen, maar die worden vrijwel altijd gesloten gehouden. Met instemming van de directeur verricht ik metingen naar het binnenklimaat en kom op zeer hoge waardes van de kooldioxideconcentratie uit (ca. 2600 ppm), meer dan twee keer de norm die voor scholen geldt.
In veel Nederlandse scholen is het binnenklimaat in de leslokalen niet goed. Wanneer er een groep leerlingen enige tijd les gehad heeft, ruikt het bedompt, het stinkt, het is te warm en de kooldioxideconcentratie (en daarmee het gehalte aan zogenaamde bio-effluenten of bio-stoffen) is zeer hoog. Opvallend daarbij is dat de docent zich didactisch vaak bijzonder staat uit te sloven om toch de leerlingen wat bij te brengen, maar de leerlingen zijn fysiek door het slechte binnenklimaat amper nog in staat tot leerprestaties. Kortom verspilde moeite.
Bijzonder is dat de norm voor de kooldioxideconcentratie (1200 ppm) voor scholen hoger ligt dan de CO2-norm voor kantoren (1000 ppm). Dit is vreemd omdat juist in een omgeving waarin mensen (in dit geval leerlingen) maximale prestaties qua oplettendheid en leren moeten leveren, juist eerder een lagere grenswaarde voor de koolzuurconcentratie zou worden verwacht. De kippen in Barneveld hebben het beter dan de leerlingen op Nederlandse scholen!!
Wanneer leraren hierop worden aangesproken en hen gevraagd wordt bijvoorbeeld tussen de lesuren in even het lokaal te ‘spuien’ (ramen en deur even tegen elkaar open zetten om de ruimte te laten doortochten), dan wordt daar vaak op gereageerd dat zij daarvoor geen leraar geworden zijn. Dat voor het leren ook voldoende zuurstof nodig is en dat dit veel meer rendement oplevert dan door hun grootste didactische inspanningen mogelijk is, valt moeilijk duidelijk te maken (zuurstofgebrek?).
Ook denkt men vaak dat het raam niet geopend mag worden om zo het luchtbehandelingssysteem (ook wel ‘airco’ genoemd) niet te verstoren. Maar de ‘doorspuibaarheid’ met raam en deuren is juist aanvullend op het mechanische ventilatiesysteem bedoeld. De docenten zijn veelal ook onvoldoende (meestal geheel niet) geïnformeerd over de mogelijkheden en onmogelijkheden van het systeem. Wil Nederland zich echt tot een goede kenniseconomie kunnen ontwikkelen dan is frisse lucht binnen de scholen net zo belangrijk als de inzet en kwaliteit van de docenten.
Nu zit er aan het onderwijs een luchtje. Scholen zouden een beter stoffenbeleid moeten voeren. Het gaat daarbij om slechts 5 stoffen. Leerstof en lesstof hebben alleen maar zin bij minder stikstof, minder biostoffen en voldoende zuurstof. Stof tot nadenken?