Ik verbaas mij erover dat bedrijven bij het uitvoeren van een risico-inventarisatie en -evaluatie vaak veel tijd en energie steken in het optuigen van de instrumenten.
Instrumenten die vaak niet meer voorstellen dan lange lijsten met vragen en aandachtspunten. Lijsten die sterk op elkaar lijken en die men aan de lopende band van elkaar overneemt, vaak inclusief fouten. Het klonen is in volle gang. En om in die beeldspraak te blijven: het aantal creatieve mutaties is gering, laat staan goede genetische modificaties.
We lijken te vluchten in instrumenten, in bureaucratie. Dat maakt veel RI&E-rapporten tot ingevulde afvinklijstjes waaruit nauwelijks meer de specifieke kenmerken en risico’s van het bedrijf te herleiden zijn. Soms stelt men de RI&E zelfs op zonder zich op de werkvloer te vertonen. Het bedrijf krijgt dan een bureaucratisch, weinigzeggend, maar meestal wel dik rapport waarin het zich onvoldoende herkent en waarmee het bijgevolg niets doet. De klus is geklaard, maar het doel is gemist.
De boot missen
Dit zijn mogelijke oorzaken:
Voor anker
Zo zijn er nog wel meer redenen te bedenken. Maar zodra in de praktijk het instrument de hoofdzaak wordt en niet de feitelijke situatie op de werkvloer, missen we niet alleen de boot, we blijven eigenlijk voor anker liggen. Het echte reisdoel (een veiliger en gezonder werkomgeving) bereiken we dan niet. Wel creëren we een scheiding tussen de papieren werkelijkheid en die van de werkvloer.
Instrumenten zijn hulpmiddelen, niets meer. Het feitelijke spel moet zich op de werkvloer afspelen, wanneer arbodeskundige en medewerkers samen gevaarsbronnen onderkennen en mogelijke risico’s. Dat zorgt in één klap voor een grotere bewustwording op de werkvloer en we zetten meteen een eerste stap in de risicobeheersing (motivatie en gedrag van medewerkers). Het instrument is daaraan totaal onder-geschikt. Niet te veel tijd in stoppen dus.