Zand en olie, de Arabieren kennen deze zaken maar al te goed en doen daar hun voordeel mee. Ze weten ook dat ze deze zaken moet scheiden. Als ze de olie goed van het zand weten te scheiden als ze het oppompen uit de bodem, hebben ze vloeibaar goud.
Wij in het westen houden ze ook zoveel mogelijk uit elkaar: wij weten dat als onze stranden vervuild zijn met olie, de toeristen wegblijven. Olie heeft fantastische eigenschappen, onder meer als smeermiddel. Hoe beter de olie, hoe kleiner de weerstand in de lagers en des te soepeler en zuiniger lopen machines en motoren. Goede zuivere olie is goud waard.
Nu naar de Arbo-professionals: van hen kan worden verwacht dat zij werken als olie: als smeerolie, of zo je wilt wonderolie of Haarlemmerolie. Dat ze niet kijken naar de onmogelijkheden, maar juist naar de mogelijkheden. Dat zij niet te veel naar de muren kijken, maar meer naar de openingen in die muren: deuren en ramen. Dat zij naast managers staan, hen helpen en in het bedrijfsbelang kijken naar oplossingen (oplossingsmogelijkheden). Dat zij wettelijke verplichtingen vertalen in praktische haalbaarheden. Kortom dat zij functioneren als smeermiddel. Het tegenovergestelde is vaak het geval. Arboprofessionals blijken in de praktijk vaak te opereren als handhavers en inspecteurs. Mensen die roepen wat er allemaal niet goed gaat. Zij dragen wetteksten aan waarin staat dat bepaalde zaken niet toegestaan zijn, zij maken RI&E-rapportages met eindeloze waslijsten van zaken die niet op orde zijn, zonder dat daar veelal praktische oplossingen bij aangedragen worden. Zij zijn probleembrengers en onheilsprofeten.
Veel managers betichten deze Arbo-professionals er dan ook van onvoldoende – of erger nog – géén organisatiesensitiviteit te hebben. Ze ervaren dat de Arbo-professionals hen niet echt helpen en niet naast hen staan, maar zich opstellen als handhavers en nauwelijks meedenken in bedrijfsbelangen. In de genoemde beeldspraak: zij functioneren als zand in de motor.
Natuurlijk moet soms wel even zand in de bedrijfsmotor worden gestrooid. In sommige gevallen, als er grote risico’s ontstaan, mag je immers niet de kop in het zand steken en moeten juist de hakken even in het zand om de motor tijdelijk stil te leggen. Dat moet proportioneel, dus in verhouding tot de grootte van het risico gedaan worden en slechts tijdelijk – er hoeft geen olie op het vuur. Maar de grondhouding moet zijn: goede smering van bedrijfsprocessen. De uitdaging zit erin de komende jaren te bereiken dat Arbo-professionals meer organisatie-sensitieve ‘olieboertjes’, brengers van blijde boodschappen worden, in plaats van de irritante zandmannetjes en onheilsprofeten.
Dat was het weer voor nu, zand erover.