Regelmatig controleerde mijn hospita of ik niet meer dan één lamp gebruikte. Als ik aan mijn bureau zat met mijn bureaulampje aan, ging het plafondlampje uit. Haar devies: niet meer gebruiken dan nodig.
Nederland gaat ook die kant op. Als bepaalde zaken niet strikt nodig zijn, wordt gebruik ontmoedigd, bijvoorbeeld door het gebruik wettelijk te verbieden, het bureaucratisch moeilijk te maken of het duurder te maken.
Zo zijn we ons meer bewust van de plastic soep. Daarom moet het afgelopen zijn met mensen die boodschappen gaan doen, zonder eigen boodschappentas. Vorige zomer keek ik in de Verenigde Staten mijn ogen uit: daar worden boodschappen standaard in vele plastic tasjes gestopt. Toen ik die tasjes weigerde en mijn boodschappentas gebruikte, werd ik door de caissière heel raar aangekeken.
In Nederland zijn voor zeer milieuschadelijke of zeer ongezonde stoffen al langer maatregelen om het gebruik tegen te gaan. Het bekendste voorbeeld is asbest. Dit mag niet meer worden gebruikt. Er zijn immers goede alternatieven. Bovendien moet in kaart gebracht zijn, waar het asbest precies zit: de verplichte asbestinventarisatie.
Voor het gebruik van kankerverwekkende en mutagene stoffen geldt een inspannings-verplichting deze te vervangen. Pas als dit aantoonbaar niet kan, mogen zij nog worden gebruikt. Maar het gebruik daarvan wordt dan wel ontmoedigd door de bureaucratische verplichting de blootstelling aan deze stoffen op naam van de medewerkers te registreren en 40 jaar te bewaren.
Veel breder tracht de Europese wetgeving de toepassing van zeer zorgwekkende stoffen te ontmoedigen en zelfs deels te verbieden.
Momenteel zijn de chromaathoudende materialen hot. De maatschappelijke onrust rond deze stoffen is groeiende (door verschillende situaties waarin bleek dat met de gezondheid van medewerkers is gesold, terwijl kennis over gezondheidseffecten wel voorhanden was).
Het blijkt dat in steeds meer maatschappelijke ‘producten’ deze chromaten zitten. Niet alleen in de straaljagers, maar ook in viaducten, treinstellen, vuurtorens, enz. Net als asbest is chroom VI een geweldig product. Het wordt gebruikt voor de productie van kleurstoffen, verchromen van metalen, houtconservering, enz. Het heeft uitstekende anticorrosieve eigenschappen. Maar de negatieve gezondheidseffecten bij blootstelling aan chroom-VI houdende stoffen worden nu zichtbaar. Vandaar nu het beleid om het gebruik hiervan te ontmoedigen.
Het zou mij niet verbazen dat op termijn het verplicht gaat worden om in kaart te brengen waar chromaathoudende verven zijn toegepast. Voorkómen moet worden dat in de toekomst bij onderhoud men onbedoeld wordt blootgesteld aan chroom VI. Kortom een chroom VI-inventarisatieplicht ligt op de loer.
Hopelijk wordt dit dan beter geregeld dan we met asbest gedaan hebben!
De hospita is terug. Eigenlijk is de vervangingsplicht uit de arbeidshygiënische strategie of zo je wilt het Substitutieprincipe uit de STOP-strategie (Substitutie, Techniek, organisatie en persoonlijke beschermingsmiddelen), niet nieuw. Mijn oude hospita wist er al van af.
december 2019