Voor een groot deel is de samenleving voor een adequaat ingrijpen bij ongewenste gebeurtenissen, waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn (branden, emissies, ontploffingen e.d.), afhankelijk van een professionele organisatie de Brandweer Nederland. De kennis over gevaarlijke stoffen bij deze organisatie is echter zeer beperkt en slechts aanwezig bij een zeer klein aantal functionarissen. En dan nog wordt er dan soms nog verkeerd ingegrepen. De ervaring leert dat ongeacht de samenstelling van de repressieve eenheid, bij gevaarlijke stoffen, alles fout lijkt te gaan. Over het algemeen is er te weinig kennis over gevaarlijke stoffen waardoor men de gevaren en de daaruit voortkomende risico’s niet goed in kan schatten en verkeerd acteert. Dit lijkt voor een deel te komen doordat de incidentervaring met gevaarlijke stoffen gering is aangezien dit (gelukkig maar) in de dagelijkse praktijk in Nederland niet vaak voorkomt.
Soms interpreteert men bepaalde chemische begrippen verkeerd. Zo denkt menig brandweerman/vrouw dat als een stof vluchtig is, de dampen ervan ook omhoog gaan en zich bij het plafond concentreren. Gegeven is dat de meeste dampen zwaarder zijn dan lucht en in afwezigheid van warmtebronnen of turbulentie dus laag bij de vloer blijven hangen. Wanneer men dan toch tracht met een nevelstraal de dampen hoog bij het plafond te ‘vangen/binden’ omdat men denkt dat vluchtige stoffen omhoog gaan, heeft dat geen effect. Erger nog is dat men gebukt (net als bij rookontwikkeling) laag bij de vloer de ruimte inloopt waar dan juist de hoogste concentratie aan gevaarlijke stoffen heerst.
Bij de brandweer is het gebruikelijk altijd met zijn tweeën naar binnen te gaan, ook bij kans op explosies. Wanneer het dan toch fout gaat, dan vallen er waarschijnlijk meer slachtoffers. Maar ja het protocol vereist 'dat wij zij met zijn tweeën naar binnen gaan en zo doen we het nu eenmaal al jaren'.
Ook bij chemische bedrijven zelf ontbreekt het soms aan chemische kennis en is de productie meer en meer een black box geworden waarop nog maar weinig medewerkers zicht hebben. Enkele voorbeelden:
Zo bleek laatst dat bij een bedrijf bij een grote lekkage van ammoniak (vanuit een koelinstallatie op het dak) het standaard bedrijfsnoodplan in werking treedt. Bij doorvragen bleek dit in te houden dat iedereen de panden uit moet en naar buiten gaat. Het vrijkomende koude ammoniak zakt bij vrijkomen echter eerst uit tot de grond, Pas later als het wat opwarmt door de omgevingtemperatuur stijgt het omhoog. Kortom iedereen wordt vanuit de gebouwen de buiten aanwezige bijtende en longoedeem veroorzakende ammmoniakwolk ingejaagd.
Bij andere bedrijven bestond het protocol om na een onbedoeld emissie van ammoniak direct een wolk (van het bijtende, giftige en eveneens longoedeem veroorzakende en verdacht-kankerverwekkende) formaldehyde er achter aan te sturen. Word je niet door direct de hond gebeten, dan maar door de kat.
Nog een geval: in een grote drukkerij werd veel gebruik gemaakt van tolueen in open systemen (bekend bij menigeen als een hoofdcomponent van thinner). Als repressieve voorziening was een sprinklersysteem op waterbasis aanwezig. Er is weinig fantasie voor nodig om te bedenken wat er gebeurt bij een tolueenbrand wanneer de sprinkler vervolgens in werking treedt.
Chemie lijkt voor velen en voor vele bedrijven en overheidsdiensten steeds meer een black box te worden. En het is toch zo’n mooi vak. Chemie zit overal en je kunt er niet omheen.
Dus toch al met de paplepel ingieten en op de basisschool als verplicht vak invoeren?